Het zijn woelige tijden op de Europese grondstoffenmarkt. De sector die de noodzakelijke grondstoffen voor diervoeder tot bij de mengvoerfabrikant moet brengen, davert al meer dan een half jaar op zijn grondvesten. De oorlog in Oekraïne en de energiecrisis bemoeilijkten niet enkel de aanvoer van granen, maar zetten ook de producenten van bijproducten aan het denken omtrent het toegepaste productieproces. Is het nog wel economisch verantwoord om veel energie te besteden aan bijproducten met een lage voederwaardering? In een wereld waar ieder de mond vol heeft over duurzaamheid en circulariteit. De gevolgen van dat denkwerk zijn nu al merkbaar bij de grondstoffenaanvoer die alles behalve vlot loopt. Niemand die zich momenteel durft uit te spreken over de beschikbaarheid aan veevoedergrondstoffen de komende 5 jaar... 
 
[Geschreven door: Mieke Snoeck]
 
Energie besparen, staat zonder twijfel hoog op de actuele agenda van menig grondstofproducent. Grondstofstromen die veel energie eisen (vb. drogen, persen, crushen...) zijn proportioneel duurder geworden in vergelijking met onbehandelde grondstoffen. Ook het aanbod wordt vaak schaarser en sommige grondstoffen worden zelfs niet langer aangeboden. Energieverslindende processen worden waar mogelijk tot een minimum beperkt, hetgeen ook een impact kan hebben op de nutritionele samenstelling van sommige bijproducten.
Door het schrappen van sommige droogprocessen komt momenteel een grotere stroom aan vochtrijke producten op de lokale markt. Vaak vinden die een rechtstreekse weg naar de veehouder (rundvee, varkens). Meestal gaat het om lokaal geproduceerde stromen die daardoor ook een lage carbon footprint noteren en circulair zijn. Maar de verwerking in diervoeder van die zelfde stroom kent ook een aantal obstakels die verband houden met de voerinstallatie op het bedrijf, de monitoring op vlak van ongewenste stoffen en extra wettelijke vereisten. 
Meer verontrustend is de toename van het aantal vochtrijke grondstofstromen die voortaan richting de vergistingsinstallatie gaan om er groene energie mee te produceren. Energie produceren doet de kassa rinkelen en dus zuigt de energiesector steeds meer van die vochtrijke stromen aan. Hoogwaardige nutriënten die daardoor niet langer beschikbaar zijn voor diervoeding...

Nu al merkbare verschuivingen in grondstoffenaanvoer
Dat het droogproces van vochtige bijproducten erg energieverslindend is, begrijpt iedereen. Gedroogde luzerne en bietpulp zijn hiervan voorbeelden bij uitstek. Beide grondstoffen zijn de laatste maanden ronduit schaars en zeer duur geworden. Ook sommige producenten van schilfers van oliehoudende gewassen (vb. koolzaad) hielden het intussen voor bekeken: het productieproces vraagt gewoon té veel energie.
Tereos Syral, tot voor kort producent van tarweglutenfeed (Amyplus) in Aalst, besliste eerder al om niet meer te investeren in een nieuwe drooginstallatie. De natte stromen die eerder een weg vonden in het productieproces van tarweglutenfeed, worden voortaan grotendeel rechtstreeks afgezet bij de veehouder. Het bedrijf sleutelde de voorbije maanden fors aan het productieproces en biedt op vandaag tarwekortmeel (tarwegries) aan als alternatief voor het vroeger fel begeerde tarweglutenvoermeel.
 
Geopolitieke verschuivingen & transport
Niet alleen de lokale producenten van veevoedergrondstoffen zitten met de handen in het haar. Ook de aanvoer van grondstoffen uit andere delen van de wereld wordt steeds minder evident.
Zelfs de belangrijkste grondstof in diervoeder - sojaschroot - kan de energiedans niet ontspringen. Sinds een drietal maanden wordt er opvallend minder soja gecrusht in de EU - opnieuw een rechtstreeks gevolg van de exploderende energieprijzen. Daardoor wordt in de EU nu méér sojaschroot geïmporteerd - uit alle hoeken van de wereld - dan er gecrusht wordt. De EU-productie en raffinage van plantaardige olie verminderde navenant.  
 
Daarnaast zijn er de uitdagingen waarvoor ook de internationale transportsector staat. Los van de toenemende aandacht voor circulariteit en duurzaamheid wordt het alsmaar minder evident en vooral fors duurder om grondstoffen duizenden kilometers ver over water en land te transporteren...
Door de oorlog in Oekraïne zijn ook heel wat geo-politieke samenwerkingen op losse schroeven komen te staan. Landen die in het verleden aanzienlijke hoeveelheden bijproducten richting Europa verscheepten, zwichten steeds meer voor de toenemende vraag naar nutriënten uit andere delen van de wereld, China op kop. Het werken met vaste origines voor de bijproducten is daardoor stilaan een utopie geworden: het is eind 2022 zoeken naar en behelpen met hetgeen beschikbaar is op de markt.
 
Back 2 Basics
Bovenstaande evoluties lijken niet te stuiten en zijn intussen alledaagse kost voor de aankopers van veevoedergrondstoffen. Het materiaal op tijd in de fabriek krijgen - én tegen een betaalbare prijs - was nog nooit zo uitdagend. Ook de nutritionist en de kwaliteitsverantwoordelijke worden hiermee geconfronteerd. Een constante kwaliteit aanbieden, is immers niet langer het enige noch het belangrijkste criterium van sommige grondstofproducenten.
 
Meten is weten, en dus is verscherpte aandacht voor grondstofkwaliteit en -variatie momenteel géén overbodige luxe. Basistaken zoals het regelmatig updaten van de gebruikte voedertabellen en het frequent optimaliseren van de veevoederrecepten blijven cruciaal om een optimale kwaliteit van het mengvoer te blijven waarborgen.