Persen is voor de meeste mengvoerfabrikanten in België en Nederland dagelijkse kost. Al bijna 50 jaar is bekend dat het pelleteren van diervoeder de voederefficiëntie verhoogt en op die manier ook impact heeft op het economisch saldo van landbouwhuisdieren. De technologie is in al die tijd enorm geëvolueerd en beperkt zich al lang niet meer tot enkelvoudig persen. Zowel het voortraject (vermalen, conditioneren) als het persproces zelf en de afwerking zijn niet meer te vergelijken met enkele decennia geleden. Maar ondanks deze technologische (r)evolutie, blijft het nog steeds een hele uitdaging om pellets te produceren met een optimale en aanvaardbare korrelkwaliteit. Begrippen als hardheid en slijtvastheid zijn intussen algemeen ingeburgerd, maar aan welke knoppen moet je draaien in geval van een tegenvallende korrelkwaliteit?
Ook anno 2021 worden nog regelmatig problemen gemeld met gepelleteerd voer: "slechte korrels", te veel meelfractie tussen de pellets, voeder dat vastloopt in de pers...
Behalve het probleem in de fabriek, zijn ook de effecten voor het dier niet min: gewoonlijk wordt een daling van de voeropname en uiteindelijk ook een minder goed zoötechnisch resultaat vastgesteld. Of het nu kippen, varkens, herkauwers, paarden of konijnen zijn.
 
Wellicht zeer herkenbaar voor de voerfabrikant: de procesoperator in de fabriek vraagt de nutritionist om er iets aan te doen. De nutritionist fronst de wenkbrauwen en stelt zich de vraag of de proces operator wel aan de juiste knoppen draait... En wàt hij dan precies aan de voersamenstelling kan wijzigen om het probleem te verhelpen.
Bij heel wat klachten ontbreekt het dikwijls al aan een duidelijke beschrijving van het probleem. Nutritionisten die het moeten doen met de probleemomschrijving "slechte korrels". Of zij zijn geneigd om de voersamenstelling alsnog aan te passen in functie van vroegere ervaringen, zonder dat zij daarbij over een soort "handleiding" of plan van aanpak beschikken. Maar naast de receptuur van het voeder zijn er uiteraard nog heel wat andere parameters die van invloed zijn op de korrelkwaliteit.
  
Draaiboek Korrelkwaliteit
Recent onderzoek (2020) van het Nederlandse Feed Design Lab (FDL) probeert daar verandering in te brengen. Het FDL bleef vorig jaar tijdens de Covid-19 lockdown niet bij de pakken zitten en bracht alle mogelijke factoren in beeld die van belang zijn om de perfecte korrel uit de pers te laten komen.
 
Behalve de voersamenstelling, zijn ook volgende factoren van invloed op korrelkwaliteit:
  • deeltjesgrootte en granulometrie (type molen, onderhoud molen...)
  • conditionering (type, capaciteit, instellingen, stoom, debiet...)
  • pers eigenschappen
  • koeler
  • capaciteit van de voerlijn, productie-efficiëntie
  • vaardigheid van de operator
  • vrachtwagentransport
  • opslag
  • transport naar de klant en los procedure
In 2016 publiceerden wij al een technische nota (TN 636) waarbij het belang van korrelkwaliteit (hardheid en slijtvastheid) bij vleeskippen en varkens werd toegelicht. Op basis van bovenstaande nieuwe inzichten en bijkomende procesproeven hebben wij deze TN nu geactualiseerd. Daarbij wordt uitvoerig ingegaan op de praktische mogelijkheden die er zijn om bij te sturen in korrelhardheid en slijtvastheid.
 
Hiermee worden de nodige handvaten aangerijkt waarmee nutritionist én proces operator - elk op hun terrein - aan de slag kunnen gaan in geval van problemen. Een soort draaiboek dus.
 
Meer over weten? Raadpleeg uw contactpersoon bij DSM voor verdere bespreking!