De vleeskuikenhouderij staat voor een aantal grote uitdagingen. Doelstelling is om op een duurzame wijze kuikenvlees te produceren zonder gebruik van antibiotica, met optimale technische resultaten, droog strooisel en uiteindelijk een goed rendement voor de vleeskuikenhouder.

Een tegenvallende strooiselkwaliteit (met meer voetzoolleasies als gevolg) en de (curatieve) inzet van antibiotica zijn doorgaans terug te voeren naar een suboptimale darmgezondheid. De interactie tussen microbiota en darmwandintegriteit is hiervoor zeer bepalend. Onderstaande figuur (Figuur 1) geeft aan dat er een duidelijk verband is tussen de coccidiosedruk en het ontstaan van een bacteriewildgroei (dysbacteriose) op darmniveau. Eimeria’s zorgen voor schade op darmwandniveau waardoor eiwitten in het darmlumen vrijkomen. Deze eiwitten spelen vervolgens pathogene bacteriën zoals Clostridium perfringens in de kaart. Al of niet in combinatie met enterovirussen of toxinen, ontstaat hierdoor darmschade. Daarbij vermindert de absorptiecapaciteit (kortere darmvilli) en treden er ontstekingsreacties op. Het gevolg is vochtuitscheiding en een terugval in voeropname en vertering, uiteindelijk resulterend in nat strooisel en een slechtere voederconversie. Op dat moment is de pluimveehouder dan dikwijls genoodzaakt om antibiotica in te zetten.

Figuur 1: Uitscheiding van micro-organismen door het kuiken gedurende de productiecylcus

Peptidoglycanen

Voersamenstelling en voerstrategieën zijn zeer bepalend voor de darmgezondheid. De meeste voermaatregelen zijn er op gericht om een dysbacteriose te voorkomen door het voedingssubstraat voor de bacteriën (zoals onverteerd eiwit) te reduceren, de microbiota zelf te beheersen (bijv. coccidiostatica, additieven ter ondersteuning van de darmgezondheid) en de darmwandintegriteit te ondersteunen (bijv. met butyraat of specifieke aminozuren).

De microbiële biomassa op darmniveau bestaat voor ca. 50% uit dood materiaal. Bij een dysbacteriose wordt door celdeling en afsterving extra biomassa gevormd. Deze biomassa bestaat voornamelijk uit fragmenten van bacteriecelwanden rijk aan peptidoglycanen (Ben-Amor e.a., 2005).

Peptidoglycanen (PGN) zijn  heteropolymeren die bestaan uit polysachariden die aan elkaar gebonden zijn via korte peptideketens. PGN vormen een belangrijke structurele component in de celwanden van zowel grampositieve als gramnegatieve bacteriën, hoewel grampositieve bacteriën er een hoger aandeel van bevatten (Figuur 2). DSM werkt nauw samen met de Universiteit van Gent om meer inzicht te verkrijgen in de effecten van PGN op darmniveau.

Figuur 2: Opbouw van de celwanden van grampositieve en gramnegatieve bacteriën

Muramidase

De PGN die vrijkomen na afsterving en celdeling binden aan darmcellen; bovendien hebben PGN zeker in geval van een slechtere darmwandintegriteit, een pro-inflammatoir effect (via TLR-2 receptoren en productie van o.a. Il-12).

Hierdoor vermindert de absorptiecapaciteit van de darm (kortere villi) en worden nutriënten verbruikt door een actief immuunsysteem. Ook wordt de mucusproductie gestimuleerd. Fragmenten van bacteriecelwanden die dus voor een groot gedeelte bestaan uit PGN, hebben hierdoor een nadelig effect op de darmgezondheid en de technische resultaten van vleeskuikens (Van Immerseel, 2019).

Voor een integrale aanpak dienen nutritionele interventies er dus ook op gericht te zijn op het aanpakken van de afgestorven bacteriële biomassa. In samenwerking met Novozymes heeft DSM, een microbiële muramidase (Balancius™), ontwikkeld, dat in staat is om PGN uit celwandfragmenten te hydrolyseren, zonder de aanwezige (levende) microbiota te beïnvloeden in hun groei en ontwikkeling. Inzet van Balancius™ voorkomt daarmee de negatieve effecten van PGN op de benutting van nutriënten. Diverse wereldwijd uitgevoerde vleeskuikenproeven tonen aan dat toevoeging van Balancius™ aan het voer de voederconversie verbetert.

Intussen is Balancius™ ook EU geregistreerd als zoötechnisch additief voor vleeskuikens (EU 2019/805). Op dit ogenblik lopen er nog verschillende proeven in de Benelux en West-Europa. Zodra de resultaten hiervan bekend zijn, zullen wij uitgebreid terugkomen op de praktische aspecten van het gebruik van Balancius™ in praktijkvoeders.

ir. M.H. van den Brink en ir. A. Vandeweghe - Diernutritionisten Pluimvee

 
Wenst u meer gedetailleerde informatie, raadpleeg dan uw contactpersoon bij DSM Nutritional Products of Twilmij.