Het is intussen meer dan twee jaar geleden dat er een einde kwam aan het toevoegen van ethoxyquin als antioxidant aan sommige vitamine preparaten. Europa achtte de veiligheid van het antioxidant voor mens en dier niet langer bewezen en schortte de toepassing op. Dat ethoxyquin technisch gesproken voor een efficiënte bescherming kan zorgen van vetoplosbare vitamines waaronder vitamine A, zal niemand nog betwijfelen. Twee jaar na de ethoxyquin (EMQ) ban maken wij de balans op: hoe is het intussen gesteld met de stabiliteit van de verschillende vitamine A preparaten in de markt? Hebben alle vitamine producenten de opgelegde aanpassing even goed doorstaan? 

[ Artikel geschreven door diernutritionist ir. Luc Levrouw ]

De reden waarom we in dit geval specifiek naar vitamine A kijken, is niet toevallig: het is één van de meest afbraakgevoelige vitamines en daardoor erg lastig om het in een stabiele vorm aan te bieden voor toepassing in diervoeder. Dat komt omdat vitamine A van nature een olie is, die als gevolg van oxidatie erg snel zijn activiteit verliest bij blootstelling aan licht, lucht en zuurstof. Dat is meteen ook de reden waarom vitamine A olie zonder bescherming totaal onbruikbaar is voor toepassing in diervoer. Om het verlies aan activiteit zo veel mogelijk te beperken, dient vitamine A dus extra beschermd tegen die externe factoren. Zo niet verliest het zijn activiteit nog voor dat het vitamine in het dier terecht komt.

State of the art productvorm nodig 
Vitamine A beschermen tegen afbraak kan door het product te coaten. Klinkt eenvoudig, maar dat is het productieproces van vitamine A allerminst. Een „gewone“ (vet)coating volstaat immers niet: het vitamine moet letterlijk ingekapseld en gebonden worden aan een beschermende matrix. Een uiterst complex proces waarbij de producent op zoek moet gaan naar een evenwicht tussen stabiliteit en biologische beschikbaarheid. Inderdaad: als het vitamine té sterk gebonden wordt aan de beschermende matrix, dan kan dat problematisch worden voor de biologische beschikbaarheid van het vitamine in het dier. Dan krijgt het dier het vitamine A niet los gekoppeld van de beschermende matrix. 

Verder wordt standaard ook een antioxidant aan het vitamine toegevoegd voordat het ingekapseld wordt. Dat levert een bijkomende bescherming tegen oxidatie. Ethoxyquin klaarde die klus in het verleden voortreffelijk: het zorgde voor een optimale stabiliteit van het vitamine ...zelfs bij vitamine A preparaten waar de coating technologie niet zo schitterend was.

EMQ ban
Maar toen kwam de lang verwachte ethoxyquin ban in diervoeders én vitamine preparaten. De producenten moesten dus op zoek naar een alternatief. Veel keuze was er niet en dus kwamen de meeste spelers uit bij BHT - beschouwd als het op EMQ na beste alternatief. Maar BHT en ethoxyquin verschillen in meerdere opzichten behoorlijk van elkaar. Zo is bijvoorbeeld BHT een vast product en ethoxyquin een vloeistof... 
 
Als gevolg van de opgelegde omschakeling bleek snel dat de know how van het formuleren en de coating technologie in het bijzonder nog meer belangrijk werden dan voorheen. Ethoxyquin kon de nadelen van een minder goede inkapseling nog enigszins maskeren, maar met BHT leek dat niet meer te lukken. Een aantal vitamine producenten kwam hierdoor al zeer snel in de problemen.

De Chinese producenten van vitamine A kregen bij deze omschakeling nog een extra uitdaging voorgeschoteld: indien zij méér dan 2,5% BHT aan het vitamine A preparaat toevoegden, diende dit voortaan geëtiketteerd als een gevaarlijke stof. Dat betekent extra kosten voor opslag en transport. Dus beperkte een belangrijke Chinese producent de toegevoegde hoeveelheid BHT aanvankelijk nog tot 2,5%. Al gauw bleek dat de combinatie van een minder goede inkapseling en een verminderde hoeveelheid antioxidant aanleiding gaven tot grote stabiliteitsproblemen. Toch kwam dit minderwaardige materiaal aanvankelijk op de markt, zij het aan sterk gereduceerde prijzen. Onder druk van Europese distributeurs werd de Chinese producent in kwestie tot de orde geroepen en aangemaand om de hoeveelheid BHT op te trekken tot 10%. Dat bleek een stap in de goede richting, maar het materiaal haalde nog steeds niet de vroegere kwaliteit, zo blijkt intussen.

Rovimix A1000
Bij de zoektocht naar een aangepaste productvorm zonder EMQ, opteerde ook DSM voor een vervanging door BHT. Een minimale dosering van 10% blijkt aangewezen om een optimale bescherming te halen. Daarop werden geen toegevingen gedaan. Bovendien beschikt DSM als Europese producent van vitamines al decennia lang over de nodige know how betreffende de verschillende formulatietechnieken die kunnen toegepast worden bij het beschermen van vitamines.

Verschillende studies - uitgevoerd door zowel DSM als zijn klanten - tonen aan de de nieuwe, EMQ-vrije vorm van Rovimix A1000 even stabiel is als de vroegere versie. Dit wordt vooral toegeschreven aan de hoge standaarden die gebruikt worden bij het formuleren van de coating en de beschermende matrix. De biologische beschikbaarheid van het vitamine is daarbij nog steeds verzekerd, zo tonen ook bijkomende studies aan.

Vergelijkende testen
Intussen houden verschillende vitamine A producenten aan de EMQ-ban een heuse nachtmerrie over. Zo leidde de omschakeling bij een Europese producent van vitamine A aanvankelijk zelfs tot problemen met zelfontbranding van het materiaal. Tijdens een race tegen de klok werden noodgedwongen nieuwe aanpassingen doorgevoerd, maar er bleek onvoldoende tijd om de nodige testen uit te voeren. Ook dit „off spec“ materiaal belandde niettemin op de markt - samen met een verrassend en nooit eerder gezien advies om het preparaat fors over te doseren - en uiteraard tegen fors verminderde prijzen...

Overdoseren van minder stabiele vitamine A preparaten is wettelijk gesproken géén goed idee: in heel wat voeders bestaat er immers een wettelijk maximum voor het gehalte vitamine A dat hierdoor kan overschreden worden. Bovendien hangt de grootte van het verlies aan activiteit vooral af van de omstandigheden waarin premix en voer terecht komen. Die zijn niet altijd op voorhand vast te stellen.

Het is intussen duidelijk dat er momenteel extreem grote verschillen in kwaliteit - en in het bijzonder stabiliteit - bestaan tussen de verschillende vitamine A preparaten die momenteel op de wereldmarkt circuleren. Op papier bevatten zij allemaal de zelfde hoeveelheid vitamine A ... tot de zak geopend wordt.

DSM heeft intussen niet alleen de stabiliteit van Rovimix A1000 uitvoerig onderzocht, maar ook die van de voornaamste wereldspelers op de A markt. Een vijftal preparaten - zowel van Europese als Chinese makelij - werden daarbij uitvoerig getest op stabiliteit, zowel in premixen als in (gepelleteerd) eindvoer, telkens na een bewaartermijn van 3 maanden.

Hoewel de vitamine A stabiliteit van onze EMQ-vrije Rovimix A1000 volledig vergelijkbaar is met die van de vroegere (EMQ) vorm, wil dit niet zeggen dat er géén afbraak van vitamine A mogelijk is na verwerking in een (agressieve) premix + verwerking in gepelleteerd voer. Maar de afbraak met de nieuwe vorm is niet groter dan voorheen, toen er nog EMQ kon gebruikt worden als antioxidant.

Verder tonen deze testen aan dat het verlies aan activiteit beduidend kleiner is bij Rovimix A1000 dan bij de andere geteste preparaten. Gemiddeld genomen liggen de verliezen bij de geteste producten (na 3 maanden bewaring van premix en eindvoer) ruim 30% hoger dan de verliezen bij gebruik van Rovimix A1000. De test maakt pijnlijk duidelijk dat sommige vitamine A producenten de stabiliteit nog steeds niet onder controle krijgen...

De omstandigheden die bij het opzetten van deze vergelijkende proeven zijn gehanteerd, zijn weliswaar behoorlijk hard, maar niet onrealistisch. Vergelijk het maar met de omstandigheden die bv. in warme landen voorkomen: 25-30°C overdag, > 50% relatieve luchtvochtigheid en bewaring van premix en eindvoer gedurende 3 maanden. Minder extreme condities zouden mogelijk tot minder grote verliezen hebben geleid, maar de conclusie zou nog steeds overeind gebleven zijn: niet alle vitamine A preparaten in de markt zijn op vandaag 1:1 vergelijkbaar, ondanks het feit dat zij op papier het zelfde gehalte vitamine A specifiëren...

Voor meer informatie over onze ervaringen met het meest belangrijke vitamine, raadpleeg uw contactpersoon bij DSM Twilmij.