Het onderwerp "vitamines" stond de voorbije maanden hoog op de agenda van menig inkoper en nutritionist. Tekorten en prijsverhogingen zorgden voor veel onrust in de sector. Sommige vitamines werden tijdelijk zelfs lager gedoseerd. Nu de rust wat teruggekeerd is, is het goed even stil te staan bij de rol die vitamines spelen in de moderne varkenshouderij. Nutritionisten weten al langer dat vitamines belangrijk zijn voor de immuniteit, vruchtbaarheid en het algemeen metabolisme, maar die parameters zijn in de praktijk moeilijk meetbaar. Slechts zelden wordt gerealiseerd dat vitamines ook belangrijk zijn voor de "zichtbare" productiviteit van onze landbouwhuisdieren. Daarom heeft Twilmij recent een biggenproef opgezet in Nederland waarbij het effect van een verhoogde vitaminering werd onderzocht op de zoötechnische resultaten. Daarnaast zette het Deense SEGES recent 's werelds grootste biggenproef ooit met vitamines op. Dergelijk wetenschappelijk onderzoek moet ons helpen om de juiste behoeftenormen aan vitamines van onze moderne varkensgenetica beter te begrijpen.

Vitamines zijn micro-elementen van macro belang. Als organische katalysatoren zijn vitamines essentieel en voor 100% aanwezig in fysiologische en metabolische processen van het dier. Wat de benzine met de motor is voor de auto, is de voersamenstelling met vitamines voor het dier. Met een auto die stationair draait komen we niet ver.

Het formuleren van voeders anno 2017 met normen gebaseerd op studies van meer dan 30 jaar geleden ter voorkoming van nutritionele deficiënties is daarom ook niet logisch. Volstaat voor een kuiken dat in 1960 nog 2,5 kg voer nodig had om 1 kg te groeien en het nu slechts doet met 1,75 kg voer, het zelfde niveau aan vitamines per kg voer? Zeker niet, en helemaal niet als we bedenken dat het ook nog eens in de helft van de toen benodigde tijd moet.


Ook de ontwikkelingen in de varkenshouderij hebben niet stilgestaan. Twilmij keek daarom naar het effect van twee verschillende vitamine niveaus bij gespeende biggen. In het controlevoer werden basale, dwz. lage vitamine niveaus toegepast en in het proefvoer verhoogde niveaus voor optimale dierprestaties. Deze verhoogde vitaminering leunt vrij dicht aan tegen de actuele OVN-adviezen van DSM. Ook de lage vitamine niveaus komen voor in de praktijk...


Aan de proef deden 415 biggen mee, verdeeld in lichte (6,1 kg) en zware (7,8 kg) biggen. De dieren kregen een op gerst en tarwe gebaseerd speenvoer (17% RE, 5% RV, 5% RC, 38% Zetmeel, 11,1 g AID-lysine met 10,1 MJ NE) gedurende 14 dagen na het spenen. Daarna werd voor nog eens 28 dagen een op gerst en tarwe gebaseerd opfokvoer (18% RE, 6% RV, 5% RC, 36% Zetmeel, 11,1 g AID-lysine met 10,0 MJ NE) verstrekt. De verhoogde vitaminering werd dus in het volledige traject uitgetest (0 - 42 dagen na spenen).


Gewichten, voeropname, groei en voerconversie werden gemeten en de resultaten zijn weergegeven in tabel 1. De resultaten laten zien dat vitamines onmisbaar zijn voor een optimale nutriëntbenutting en dierprestaties. De prijsverhoging weegt daarbij niet op tegen de verbetering in dierprestaties.