Niet alleen varkens, pluimvee en paarden lopen potentiele risico’s door opname van mycotoxinen vanuit voer(grondstoffen), dit geldt ook voor runderen. Dit werd ook recent over het voetlicht gebracht in de jaarlijkse Wereldwijde Mycotoxine Survey1 van DSM.
In het afgelopen oogstseizoen 2022 zijn in Benelux een groot aantal maiskuilen van melkveehouders onderzocht op relevante mycotoxinen afkomstig van de Fusarium-schimmel. De mycotoxinen, die Fusarium produceert, worden voor het oogsten -reeds op het veld- in het gewas afgezet. De mycotoxinegroep met de hoogste prevalentie waren de trichothecenen B (DON, NIV, DON-3-Gluc)* met 96%, gevolgd door de trichothecenen A (T-2, HT-2)* met 87%. De trichothecenen zijn voornamelijk verantwoordelijk voor verminderde voeropname, verminderde opname van nutrienten vanuit het darmkanaal, immuunsupressie en staan bekend om hun hoge toxiciteit voor microorganismen in de pens. Een frequent waargenomen toxine was ook het oestrogene-toxine zearalenon (74%). Dit mycotoxine bezit een stuctuur vergelijkbaar met die van oestrogeen en heeft daardoor een hoge affiniteit voor de oestrogeenreceptor, leidend tot hormonale verstoring in dieren met onder andere verminderde vruchtbaarheidsresultaten tot gevolg. (zie tabel 1)
Naast hoge prevalentie is ook de gemiddelde concentratiewaarde van de positieve monsters dit oogstseizoen hoog. Bij deze waardes wordt de kritische diergezondheidsgrenswaarde al snel bereikt of overschreden.
Op basis van de mycotoxineconcentratie per bemonsterd melkveebedrijf wordt in tabel 2 een mycotoxine-risicobeoordeling getoond bij een standaard aandeel van 8 kg droge stof snijmais in het rantsoen. Op basis daarvan heeft 15% procent van de melkveebedrijven een hoog risico en 26% een medium risico ten gevolge van de mycotoxine-belasting vanuit uitsluitend het maiskuilaandeel in het rantsoen. Ofwel 4 op 10 melkveebedrijven loopt op basis daarvan een mycotoxine-risico met potentieel (sub)klinische negatieve gevolgen op diergezondheid, vruchtbaarheid en productie.
- Bezit registratie(s) als een additief in de EU in de groep van mycotoxine-deactivating compounds (1m) (en staat niet slechts lokaal op een lijst als een veevoeradditief);
- Onderbouwing is niet beperkt tot in-vitro effectiviteitsstudies in een eenvoudig medium onder ideale omstandigheden, maar is ook aangetoond in in-vivo studies (complexe maagdarm media en wisselende pH);
- Werking tegen mycotoxinen is bewezen in studies voor de aangegeven diersoort;
- Effectiviteit is aangetoond met studies door onafhankelijke onderzoeksinstituten en/of in peer-reviewed publicaties;
- In studies is aangetoond dat er geen (negatief) effect is op de minerale en vitamine-balans in het dier en dat het product veilig is.